6-1-2020: Noem ze maar op: Andreas, Cees, David, Dick, Hans, Henk, Leon, Luc, Luigi, Marc, Paul, Peter, Pieter, Stan, Tjeu, Tom, Ton, allemaal gekomen voor het vuurwerk dat ze het liefste zelf afsteken: schaken.
Maar ook schaken kan gevaarlijk zijn. Daar kun je eveneens je hoofd verliezen en je gezichtsvermogen kwijt raken, zodat je tastend door de wereld moet. Dat is gelukkig tijdelijk, want slechts een sublimatie van de verschrikkelijke realiteit. Bij mentaal gezonde schakers is dat na één nachtje over. Dan is het een weekje later weer “Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder”, zoals Ramses Shaffy zo treffend heeft gezongen.
Op deze eerste clubavond van 2020 viel weer veel vuurwerk te bewonderen. Toen David vroeg, of het niet prikkelde om al dat geschaak aan te zien zonder te spelen, zei ik dan ook “nee”. Voor een toeschouwer valt er immers meer te bewonderen dan voor een speler die druk bezig is met ‘vechten, huilen en bidden’.
Op het moment dat Hans Kranenbarg de verdediging van Henk Swinkels opblies met een vuurwerkbom van de zwaarste categorie, kon ik een kreet van schrik niet onderdrukken. Ondanks de mentale kracht waarmee Henk deze klap incasseerde en de ravage probeerde te herstellen, bleef er van zijn stelling enkel een troosteloze ruïne over. Ook schaken kan genadeloos heftig zijn.
De nummers 1 en 2, Stan Heijmans en Cees van Zelst, leverden een spannende strijd. Stan dacht zelfs een mooi stukje siervuurwerk af te kunnen steken op de damevleugel, waar hij één pion meer had. Cees wist echter dat vuurtje bijtijds vakkundig te doven, zodat de partij uiteen spatte in een remise. Ook de nummers 3 en 4, David Bruggeman en Marc Smits, speelden gelijk. Doordat de nummer 5, Wilbert van Eijk, er niet bij was, bleef in de top-5 alles bij het oude.
Luc Seuter, nog vol van het afschuwelijke vuurwerkongeval bij hem vlak in de buurt, wist deze ervaring doeltreffend te sublimeren, door Tom Fürstenberg te verslaan.
Een avond vol vuurwerk dus, waarvan je als toeschouwer helaas maar een klein deel voor je ogen ziet afspelen. Echt knap wanneer een verliezer bewondering op kan brengen voor de vuurwerkshow van zijn tegenstander. Mooi ook, want bewondering is immers de kroon op de beleving van verwondering over de schoonheid van het schaken, waar iedere speler naar op zoek is.