22-5-2021: Als een grootmeester van een niet-grootmeester dreigt te verliezen, dan bestaat er een kansje op een acute aanval van verstandsverbijstering. Dat overkwam GM Sergey Kasparov in een partij tegen een schaakliefhebber, Torben Schulze. In 19 zetten ging Kasparov voor de bijl, met wit nota bene. Hieronder staat de partij weergegeven. Het commentaar is voornamelijk gebaseerd op de aantekeningen van Gert Ligtering in de Volkskrant.
Kasparov – Schulze:
1. e4 – Pc6, 2. Pf3 – f5 (Dit is de Colorado-variant, het geheime wapen van Schulze en zijn vriend Ilja Schneider), 3. exf5 – d5, 4. d4 – Lxf5, 5. Lb5 – e6,
6. Pe5 – Pge7, 7. Dh5+ – g6, 8. De2 – Lg7, 9. Lg5 – 0-0, 10. Lxc6 – (Wellicht in de veronderstelling dat zwart een hopeloze kneus was, speelde wit deze zet à tempo), Pxc6! , 11. Lxd8 – Pxd4, (Als wit goed blijft spelen, behoudt hij nog steeds groot voordeel), 12. Dd2 – Pxc2+, 13. Ke2 – Lxe5, (Nu begon Kasparov,
die waarschijnlijk groot onheil zag naderen, te sputteren: “Ik wil niet tegen een computer spelen”. Toch heeft hij nog steeds voordeel), 14. Pc3 – Taxd8,
15. Tac1 – d4, 16. Pd1 – Le4, 17. Dg5 – d3+, 18. Kf1 – d2, 19. Tb1 – Lf4.
Wit gaf op. Een protest van Kasparov werd terecht resoluut afgewezen. In zijn plaats zou een speler van De Kentering zijn tegenstander wel een compliment hebben gemaakt voor diens gedurfde Dame-offer, denk ik.
En wat Kasparov betreft, die had zijn nederlaag volledig aan zichzelf te wijten. Wat was zijn domste, oliedomste zet?