Maandag 8-4-2019: Martien Veekens is de kok van snelle, gekruide schaakhappen. Hoe sneller het gaat, hoe beter hij het vindt. Als erelid van De Kentering, vanwege zijn vele verdiensten, heeft hij het recht verworven om zijn partijen niet te noteren. Dat spaart tijd. Bovendien staat zijn bed niet meer in Rosmalen maar in Bergeijk. Martien en Rosmalen geven veel om elkaar maar Bergeijk wil hem zo lang mogelijk aan het hart drukken. Vandaar zijn hoge-temposchaak. Wie zich daardoor laat meeslepen, is al half gezien.
Martien beschikt echter over nog meer culinaire schaakgrappen: hij weet zijn partijen soms te kruiden met geluiden. Het ‘waarom’ en het ‘hoe’ ervan zijn het geheim van de kok. Het zijn er een stuk of tien, die goeddeels overeenkomen met de 10 kruiden in Indonesische gehaktballetjes, van de zoete gember, via komijn en kurkuma, tot de scherpe paprika. Vooral de paprikakreet van Martien kan een schaker kippenvel bezorgen en tot overgave dwingen.
De meeste schakers van De Kentering zijn echter vertrouwd geraakt met de geuren en kleuren uit de schaakkeuken van Martien en laten zich er niet door intimideren. Ze laten hem rustig zijn schaaksprintjes trekken, die hem niet zelden uit de bocht laten vliegen. Ja, Martien doet zichzelf soms de das om maar dit keer had hij Dave Wildschut toch te pakken.
Of Dave zich heeft laten beïnvloeden, is mij niet bekend. Feit is, dat op het cruciale moment in de partij, toen Dave op het punt stond een ingesloten loper aan te vallen, Martien met zijn andere loper de dame van Dave bedreigde, die geen kant meer op kon. Tenminste zo leek dat, als je niet de tijd nam om alle mogelijkheden te overwegen. Dave nam die tijd niet en liet dus zijn dame slaan. Bij nader inzien had hij eveneens zijn loper kunnen spelen: slaan op h2 met schaak, daarna de dame naar het veld van de loper, weer met schaak, en tenslotte met f4 de loper alsnog aanvallen.
Martien had die mogelijkheid gezien, want ook al is hij van de snelle, gekruide schaakhap, het schaakraffinement heeft hem nog lang niet verlaten.
Door deze meeslepende partij zouden we bijna vergeten, dat David Bruggeman met een overwinning op Paul Willemen zijn koppositie versterkte, mede doordat Ton Snoeren en Stan Heijmans remise overeenkwamen. Vermeldenswaard zijn ook de verrassende winstpartijen van Henk Swinkels en Andreas de Rooij tegen Hans Fagel en Marc Smits. Luc Seuter en Pieter Roos vochten een ‘coördinatiestrijd’ uit die Luc won.
Laten we het nog even over Paul hebben. Hieronder staat een cruciale stelling uit zijn partij met zwart tegen David met wit. David schrijft daarover: “Paul was langzaam in de verdrukking geraakt maar hij loerde op een tegenkans. Die kwam, omdat ik Pe4 speelde in plaats van f5. Paul sloeg met een paardje op f4, maar helaas voor hem met het verkeerde paard. Anders had hij waarschijnlijk gewonnen”. Vraag van David aan de lezer: “Met welk paard had Paul op f4 moeten slaan?”
Zou de oorzaak van de schaakramp van Paul misschien schaakkramp zijn geweest? Paul is immers van ‘het vingertje’, waarmee hij zijn stukken heel precies de weg naar de overwinning pleegt te wijzen. Mijn vraag is daarom: Wat was er met het vingertje van Paul aan de hand, toen het foute paardje zich doldriest in de afgrond van f4 stortte? Kramp?