Maandag 2 juli was de laatste wedstrijddag van de interne competitie. Die leverde in de A-groep maximale spanning en bedwelmende poëzie op.
Lucebert, de keizer van de dichters uit de jaren ’50, schreef de dichtregels, die spelers van ‘De Kentering’ vertaalden in schaakzetten met een poëtische allure. Zij maakten immers waar wat Lucebert dichtte:
“……. ik draai een kleine mooie revolutie af
ik ben niet langer van land
ik ben weer water
ik draag schuimende koppen op mijn hoofd
ik draag schietende schimmen in mijn hoofd…….”
Zoals Lucebert de jonge generatie dichters opriep om vurig verzet te tonen tegen de gevestigde dichterlijke orde, zo pleegden vier schakers van ‘De Kentering’ een kleine mooie revolutie en maakten mogelijk wat eigenlijk onmogelijk was. Met het schuim op de lippen, met de geest van Caïssa in het hoofd en met strategieën zo vloeibaar en soepel als water, kwamen ze onweerstaanbaar in verzet tegen hun ondergeschikte positie.
Hans van Eijk ontrukte de kersverse kampioen Stan Heijmans met een machtige zwaai de lauwerkrans en kroonde zich tot man van de avond.
Ook David Bruggeman bedwong met bewonderenswaardige trefzekerheid de andere reus van de A-groep, Ton Snoeren.
Zeker niet minder indrukwekkend waren de overwinningen van Mark Smits en Paul Willemen, waarmee zij zich bevrijdden uit de degradatiezone. Met onweerstaanbare aanvallen over de linkerflank drongen zij de stellingen van Wilbert van Eijk en Dick van Leeuwen binnen en bewezen op 2 juli 2018 niet thuis te horen in de poel der machtelozen. Paul leek de hele avond zijn overwinningstrofee, de toren van de kwaliteit, te koesteren. Het gerucht ging, dat hij hem mee naar huis heeft genomen voor in de bekerkast.
Zo bracht de poëtische kracht van het schaakspel op de slotavond van de interne competitie de toeschouwers in vervoering.