Zes en een halve punt was de goede, want onthullende, score van een ware kampioen in de simultaan op maandag 12 september, ook al vond Stan Heijmans zelf de uitslag enigszins tegenvallen. Hij zat er overigens niet mee. Vijf minuten na de simultaan had Stan alle 18 partijen uit zijn hoofd gezet.
Dit alles tekent de echte kampioen. Niet per se 18 uit 18 willen halen op zo’n simultaan. Niet de ogen verblinden met een verbluffende zegepraal. Het gedrag van een haantje past niet bij zo’n Kentering-simultaantje. Nee, een waardige nummer één strooit met positieve schaakervaringen, voor hemzelf en voor alle deelnemers aan een sympathiek traditioneel clubevenement, dat overtuigend de olympische gedachte uitstraalt: niet het resultaat telt zozeer als wel het meedoen.
Dus mensen, volgend jaar allemaal meedoen: een kampioen maalt niet om simultane billenkoek!