Geknoei

Door Tom Fürstenberg

Op maandag 3 februari deed ik mee aan het snelschaaktoernooi. Vroeger was dat mijn lust en leven, maar op mijn gevorderde leeftijd gaat mij dat steeds minder goed af. Snel zetten kan ik nog wel, maar om de stukken op de juiste plekken te zetten wordt steeds moeilijker.

In de eerste ronde moest ik tegen ene Jan Douwes. Ik kende hem niet dus was niet bekend met zijn schaakcapaciteiten. Maar goed ook want met zwart trok ik onbevangen van leer. Wonderlijk genoeg hield ik stand en had nog 2 minuten over terwijl hij nog 20 seconden had. Daarom forceerde hij remise door eeuwig schaak in gelijke stand.

Volgende tegenstander was Sebastiaan Smit. Ik kende hem van New in Chess, de uitgever van mijn boek, want hij bracht mij ongeveer een jaar geleden 100 boeken om te signeren. Zijn schaaksterkte kende ik ook niet, maar dat zou gauw veranderen. Ik was kansloos.

In de derde ronde kreeg ik iemand die vertelde dat hij in Boxtel speelt. Al gauw begon hij met de geslagen stukken te spelen, natuurlijk afgekeken van de echte schakers. Dat heb ik Euwe, Botwinnik en Karpov om er maar een paar te noemen nooit heb zien doen. Kennelijk een modeverschijnsel waar de tegenwoordige grootmeesters allemaal aan meedoen, zoals recentelijk bij het Tata schaaktoernooi.

Persoonlijk vind ik dat een irritante gewoonte om de tegenstander af te leiden. Mijn tegenstander vond kennelijk dat hij dat ook moest doen. Hij knoeide maar wat, maar ik knoeide daardoor nog meer.

Toen ging, nog steeds geërgerd tegen onze Ton Snoeren kansloos ten onder.

Nu had in 3 van de eerste 6 gehad en was tevreden dat ik nog 3½ had behaald!

Snel denken is goud

Door David

3 februari 2025, Snelschaaktoernooi De Roos van Rosmalen


Wonderlijk hoe snel je in een snelschaakpartij in luttele seconden veel van de consequenties van een zet van je tegenstander doorziet, en binnen diezelfde paar seconden veel van de mogelijke reacties. En ook nog een ruwe evaluatie welke voor- en nadelen jouw tegenzet heeft en welke mogelijkheden daarna ontstaan. Je gelooft het bijna niet als je het zo opschrijft, maar toch is dat wat gebeurt. Het menselijk brein op volle toeren in zijn fantastische vermogens. (Ook als die al een beetje gesleten zijn, zoals bij mij). De kick daarvan is denk ik één van de kanten van snelschaken die het zo aantrekkelijk maakt. Naast natuurlijk het gewoon lekker 8 potjes spelen in 2,5 uur zoals gisteravond, met ook nog eens veel gezellige klets omdat hij fijn live en niet online is.

Sebastiaan Smits wint Roos van Rosmalen

Er zijn typische snelschakers bij wie, vermoed ik, de juiste portie onverschrokkenheid en handigheid, hen doet uitstijgen boven hun gebruikelijke rating. Desondanks bleek de rating in het klassieke schaken een vrij goede indicator voor de einduitslag. Spelers als Piet van Eijndhoven, Tiago Omnes, Ton Snoeren, Jan Douwes, Bart van den Berg, Derk Jan Morelis, Dave Wildschut en Jimmy Geboers deden bijna tot het eind mee voor de eerste plaats. Die ging naar de sterkste speler op papier, Rosmalenaar Sebastiaan Smits, een 1e teamspeler van WLC. Overtuigend, met 7,5 uit 8, een punt voorsprong op de steeds sterker wordende Tiago Omnes van HMC. Voor hem was het snel denken bijna letterlijk ‘goud’ geworden in de vorm van de vergulde ‘Roos van Rosmalen’-trofee

De ratingprijzen voor de ratinggroepen voor beginnende schakers

Nick van den Heuvel ratingprijs 1300-1600

Leonard Dayanan ratingprijs 0-1300

brachten ook de nodige spanning in de lagere regionen van de ranglijst, waar Leonard Dayanan onverwacht zijn vriend Sil Klaasen versloeg en er met de ratingprijs vandoor ging. En ook Nick van den Heuvel leverde in de groep 1300-1600 met 4,5 uit 8 een sterke prestatie.



Meer foto’s op de pagina 2025 Eindstand snelschaken

De eindstand

Sprankelende start

Door David

Maandag 6 januari 2025

GM Loek van Wely deed dit jaar op sprankelende wijze de aftrap van het nieuwe jaar: Sprankelend vanwege de innemende en energieke manier waarop hij zijn herculesklus tegen 11 clubgenoten en een contingent van 9 schaakvrienden van de HMC en SV Waalwijk uitvoerde. Met de ruime opstelling van de tafels heeft hij zijn stappen voor z’n stappenteller voor een hele week binnen gewandeld. Maar ook vanwege het heel bijzonder tintje: alle tegenstanders mochten, als ze dat wilden, op één moment in de partij aan Loek van Wely om advies vragen. “Omdat ik het leuk vind als zo’n evenement ook een educatief element heeft. Ik maak het me zelf niet makkelijk daarmee, wat dan heb ik nog minder tijd voor al mijn zetten…” 

In een rustig tempo liep de grootmeester zijn rondjes, terwijl hij steeds bij elk van de 20 borden een zet deed. Soms dacht hij wat langer – zou een clubgenoot Loek tegenstander al voor een probleem gezet hebben? – soms deed hij een zet binnen 1 seconde.

Op verschillende momenten nam hij echter ook even ruim tijd om een stelling door te nemen, en een advies te geven, als een tegenstander daarom vroeg. En toeschouwers dromden dan samen om wat wijze lessen mee te pikken. Mooi trouwens dat we echt een soort ‘publieke tribune’ hadden van deels ouders van de jonge schaaktelenten en deels clubgenoten die kwamen genieten van de bubbels (cadeautje van William!) en de bijzondere gebeurtenis. 

Na 2 uur spelen stond het 11-0 voor Loek. Maar toen waren er nog de partijen over waar hij het ingewikkelder op het bord was. Ton Snoeren was de eerste speler die remise aanbood en kreeg. Van Wely nam het aan, vooral vanwege de achterstand op de klok, die mogelijk tot een verlies zou leiden als hij zou doorspelen. Een sportieve geste van Ton dus, die zeer gewaardeerd werd door Loek. “Een mooie gecompliceerde stelling, waar nog van alles in zat, maar waar ik inderdaad geen tijd meer voor had gehad met een minuut op de klok”, aldus Loek achteraf.

Vlak daarna de sensatie van de avond. De 11-jarige Hrdya Dinanath van HMC kon een vrijpion creëren aan de zijkant die onmogelijk te stoppen was zonder een stuk op te geven. De grootmeester moest zich gewonnen geven, waarna dit supertalent uit Den Bosch een prijs voor deze overwinning in ontvangst mocht nemen, met de complimenten van Van Wely voor de over de hele linie sterk gespeelde partij. De simultaan werd er even voor onderbroken met de klokken op pauze, want na de uitreiking moest het wonderkind nodig zo spoedig mogelijk naar bed om op dinsdag weer fris naar school te kunnen…

Daarmee was het nog niet gebeurd met de zegetocht van de wonderkinderen: ook de vast bezoeker van onze schaakevenementen, de 10-jarige Xiheng Zhang – “nog 7 dagen, dan word ik 11!” wist remise af te dwingen. “Ik had misschien toch de opening iets anders moeten spelen”, meende de grootmeester. “Maar dan was het precies de opening geworden die ik het vaakst speel!” antwoordde Xiheng. “Oeps, dat was dan misschien ook niet de beste keuze geweest,” reageerde Loek lachend. Van deze twee jonge spelers gaan we nog veel horen. Op de vraag wat het Loek zegt dat juist twee heel jonge spelers – naast onze eigen wondersenior – 1,5 punt tegen hem scoren zegt Loek: “Dat geeft hoop voor de toekomst van het Nederlandse schaken.”

Hij had ook lof voor het spel van de andere jonge spelers van HMC, Lars Verhoeven en Matthijs Vogels. Loek complimenteerde hen: “Die speelden ook twee uitstekende partijen, waarin ik pas tegen het eind in het voordeel wist te komen en te winnen”

Het werd uiteindelijk 18-2 voor de grootmeester, die zelf ook genoten had van de sportieve sfeer. En alle aanwezigen waren het er roerend over eens: dit was een sprankelende start van het jaar!

De uitslag en foto’s van de simultaan staan op de pagina Uitslag Nieuwjaarssimultaan 2025.

 

Nieuwjaarssimultaan

door David

Komt dat zien, komt dat meemaken! Aanstaande maandag de nieuwjaarssimultaan van GM Loek van Wely tegen 20 tegenstanders. Leden van onze club, aangevuld met leden van de bevriende clubs HMC en SV Waalwijk.

We starten met een toast op het nieuwe jaar. En daarna de hevige strijd op 20 borden om een van de beste schakers van Nederland minimaal een remise te ontfutselen… 

Kerstkwis

Door Leon

Het is Kerstmis, de eerste helft van het schaakseizoen zit er bijna op. Het schaakleven op de club en in de competitie ligt enkele weken stil en voor de rechtgeaarde schaker is dat even afkicken.

Maar niet getreurd. Zoals ooit de drie koningen hun gaven aan het pasgeboren Kerstkindje aanboden, zo komen ons nu Caïssa, Polyhymnia en Calliope te hulp!

Caïssa, de godin van de schaakkunst, levert ons 14 stellingen uit schaakpartijen die zij als puzzels presenteert. Zij heeft deze stellingen opgediept uit de volgende twee boeken: C.H.O’D. Alexander, ’Partij-stellingen’, Baarn 1974 en L. Polgár, ’Middlegames’, Köln 1998. Wie slaagt erin de winnende zet of combinatie te vinden?

Polyhymnia, de muze van de zangkunst, test onze kennis van de popmuziek door ons vijf citaten uit liedteksten voor te leggen. Wie herkent ze?

Tenslotte houdt Calliope, de muze van de literatuur, ons acht passages uit bekende en minder bekende werken uit de literatuur voor. Wie kan ze identificeren?

We eindigen met een uitsmijter, waarin Calliope en Caïssa eendrachtig samenwerken…

Genoeg bij wijze van inleiding! We gaan beginnen met de kwis, en laten Caïssa de spits afbijten.

Zij heeft haar fragmenten chronologisch geordend en toont hier een stelling uit een partij van Zukertort. Hoe beslist wit op fraaie wijze de partij (stelling 1)?

Stelling 1. Zukertort – Englisch, Londen 1883

Zukertort begon dit monstertoernooi met 22 uit 23, won het met 22 uit 26 en eindigde drie volle punten voor zijn grote concurrent Steinitz. Drie jaar later, in 1886, won Steinitz hun onderlinge match, de eerste officiële om het wereldkampioenschap, met 12½-7½.

Hierna laat Polyhymnia voor het eerst van zich horen (fragment a):

”The Eastern world, it is exploding, | violence flaring, bullets loading. | You’re old enough to kill, but not for voting, | you don’t believe in war, but what’s that gun you’re toting?”

Hmm, mooi gezegd en overtuigend gezongen, maar niet echt bevorderlijk voor het Kerstgevoel, ben ik bang.

Gauw door naar Caïssa’s volgende stelling. Een klassieker. Met welke prachtige zettenreeks dwingt Adams zwart op de knieën?

Stelling 2. Adams – Torre, New Orleans 1920

Het tweede fragment van Polyhymnia komt uit een nummer dat niet eens in de Top 2000 staat. Onbegrijpelijk, als je het mij vraagt. Ik vind het misschien wel het beste popnummer dat ooit is geschreven (fragment b):

”I heard the sound of a thunder that roared out a warnin’ | I heard the roar of a wave that could drown the whole world | I heard one hundred drummers whose hands were a-blazing | I heard ten-thousand whispering and nobody listening | I heard one person starve, I heard many people laughin’ | I heard the song of a poet who died in the gutter | I heard the sound of a clown who cried in the alley”

Niet meer dan verdiend dat deze zanger in 2016, mede op voorspraak van Calliope, de Nobelprijs voor de literatuur heeft gewonnen…

In Caïssa’s volgende partijstelling is zwart aan zet. Hoe beslist Stoltz de partij?

Stelling 3. Pirć – Stoltz, Praag 1931

Voor haar derde fragment switcht Polyhymnia naar de Nederlandstalige muziek (fragment c):

”Om te leven dacht ik je zou een vlinder moeten zijn, | om te vliegen heel ver weg van alle leven, alle pijn, | maar ik heb niet langer hinder van jaloers zijn op een vlinder | als zelfs vlinders moeten sterven laat ik niet mijn vreugd bederven | Ik kan zonder vliegen leven, wat zal ik nog langer geven | om een vlinder die verdronken is in mei? | Om te leven hoef ik echt geen vlinder meer te zijn.”

Tja, ook nogal zwaarmoedig, maar o zo mooi!

Caïssa gaat verder met een stelling waarin ’de Patriarch’, zoals vijfvoudig wereldkampioen Botwinnik in de Sovjet-Unie werd genoemd, efficiënt afrekent met zijn tegenstander. Hoe wint wit in stelling 4 de partij?

Stelling 4. Botwinnik – Stepanov, Sovjet-Unie 1931

Dan laat Polyhymnia het volgende fragment horen (fragment d):

”Don’t be tempted by the shiny apple | Don’t you eat of a bitter fruit | Hunger only for a taste of justice | Hunger only for a word of truth | ’Cause all that you have is your soul.”

Dat komt al iets meer in de richting van de Kerstboodschap… Van welke zangeres is deze tekst?

Tijd voor de vijfde bijdrage van Caïssa. Hoe slaagt de witspeler erin winnend voordeel te bereiken (stelling 5)?

Stelling 5. Privonitz – Rattmann, correspondentie 1946

De laatste bijdrage (fragment e) van Polyhymnia klinkt als volgt:

”Weiter, weiter ins Verderben, | wir müssen leben, bis wir sterben”

Geen speld tussen te krijgen…

Hierna schotelt Caïssa ons een mooie combinatie voor van de enige Nederlander die ooit wereldkampioen is geworden. Hoe rekent de met zwart spelende Euwe in stelling 6 met zijn tegenstander af?

Stelling 6. Tartakower – Euwe, Venetië 1948

Polyhymnia heeft haar best gedaan en staat haar plaats af aan Calliope. Deze muze laat het volgende stukje literatuur op ons los (passage I):

”Het is tijd voor mijn geest om te ruien. Er valt veel te zeggen voor het schrijven met een veerpen, hoe geaffecteerd ook: met dode veren brengt men woorden tot leven.”

Muziek, literatuur en schaken, het is toch wel een fantastische combinatie!

Gauw door met Caïssa’s volgende bijdrage. Met welke combinatie beslist Taimanov in stelling 7 de partij?

Stelling 7. Taimanov – Koezjminich, Sovjet-Unie 1950

De beurt is vervolgens weer aan Calliope (passage II):

”Ver, ver weg in de tweede wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders aan de rand van Haarlem.”

Literatuur die leest als een trein, dit meesterwerk. En prachtig verfilmd ook.

Nu gaan we weer schaken. Caïssa vraagt ons: hoe wint wit de partij in stelling 8?

Stelling 8. Brundtrup – Budrich, Berlijn 1954

Voor de afwisseling duiken we weer de literatuur in. Calliope citeert uit een gesprek over de uitvinding van de automobiel (passage III):

”Eenmaal gerealiseerd kwam het Fordje de mens oneindig vertrouwd voor. Over archetypes gesproken…! Het moet zijn geweest als thuiskomen na een lange reis. Hier was dus zijn heimwee altijd naar uitgegaan! Hoe had hij ook maar kunnen vermoeden dat hij van oorsprong een soort schelpdier was, de mens… een weekdier dat in de loop van de evolutie zijn schaal was kwijtgeraakt en uit dat gemis met behulp van wat overtollige kalk een geraamte had ontwikkeld!”

Het overvloedig gebruik van het beletselteken (de drie puntjes…) kan helpen bij het identificeren van deze auteur…

Vervolgens legt Caïssa ons de volgende stelling voor. Zwart geeft mat in drie (stelling 9). Hoe?

Stelling 9. Droeganov – Pantelejev, correspondentie 1956

Nu weer naar de literatuur. Engelstalig in dit geval. Een fragment dat Calliope in overleg met Caïssa heeft gekozen (passage IV):

”On the third evening of the voyage, having remained in the lounge long after Liza had gone to sleep, he cheerfully accepted a game of chess proposed by the former editor of a Frankfurt newspaper, a melancholy baggy-eyed patriarch in a turtle-neck sweater and plus fours. Neither was a good player; both were addicted to spectacular but quite unsound sacrifices of pieces; each was overanxious to win; and the proceedings were furthermore enlivened by Pnin’s fantastic brand of German (’Wenn Sie so, dann ich so, und Pferd fliegt’).”

Deze auteur is de favoriet van vele schaakspelers, bijvoorbeeld Hans Ree en Gena Sosonko.

Nu Caïssa weer. Hoe beslist Lombardy in stelling 10 de partij?

Stelling 10. Lombardy – Kramer, New York 1958

De volgende passage die Calliope ons voorlegt is in de Kersttijd eveneens toepasselijk (passage V):

”Daar, op die lege plaats, hadden mijn konijnen met hun hoofd op het door bijlslagen uitgeholde hakblok het leven gelaten. De Vlaamse reus, het haas, dat een poos in één hok zat met een jong eendje dat altijd op het pluizige haar van zijn nek ging zitten slapen met zijn kopje nieuwsgierig tussen de lange oren. Het heeft niet geholpen, het heeft ook de bijlslag gekregen. Precies op de plek waar dat donzige eendje had gezeten. Het Hollandertje, dat na de eerste klap, toen mijn vader plotseling even werd weggeroepen, scheef uit de schuur kwam huppelen. En mijn vader die teruggekomen, riep: ’Ik kan het niet meer, ik kan het niet meer.’ En toen mocht het blijven leven. Ik omhelsde mijn vader er stormachtig om, maar de volgende morgen was het toch dood.”

Het is weer de beurt aan Caïssa. Hoe beslist wit in stelling 11 de partij?

Stelling 11. Hemsohn – Heisenrutter, West-Duitsland 1958

Calliope heeft nog een tekst in petto. Voer voor cetologen (passage VI):

”So fare thee well, poor devil of a Sub-Sub, whose commentator I am. Thou belongest to that hopeless, sallow tribe which no wine of this world will ever warm, and for whom even Pale Sherry would be too rosy-strong; but with whom one sometimes loves to sit, and feel poor-devilish, too; and grow convivial upon tears, and say to them bluntly, with full eyes and empty glasses, and in not altogether unpleasant sadness—Give it up, Sub-Sub!”

In de volgende schaakstelling is zwart aan zet. Hoe slaagt Koezmin erin de partij te beslissen (stelling 12)?

Stelling 12. Matochin – Koezmin, Sovjet-Unie 1970

De beurt is weer aan Calliope. Uit welk werk citeert zij de volgende tekst (passage VII)?

”De activiteit waar ik op doel is degene die in het dagelijks spraakgebruik ’kopjes geven’ wordt genoemd. In feite is er geen sprake van iets geven, maar van iets nemen: de kat eigent zich iets toe, hij onttrekt een aai aan de buitenwereld, door gebruik te maken van het relativiteitsprincipe (de kat is dan ook de Einstein onder de dieren). Immers, de normale gang van zaken bij het aaien bestaat uit een contact tussen een bewegende hand en een stilstaand (-zittend, -liggend) dier. De kat evenwel heeft ingezien dat ook de conjunctie van een stilstaande hand (been, schoen, tafelpoot, koelkastdeur) en een bewegend dier een aai oplevert.”

Een bijzonder scherpzinnige waarneming!

Caïssa is een van de weinige godheden waarin het communistische regiem van de Sovjet-Unie geloofde. Hoe maakt haar volgeling Zaitsev in stelling 13 de partij uit?

Stelling 13. Zaitsev – Bontsj-Osmolovski, Sovjet-Unie 1970

Calliope besluit haar bijdragen met een toepasselijk fragment uit een kort verhaal. De ondertitel ervan luidt: ’Een kerstverhaal’. Het gaat over een schuwe, ouwelijke jongeman die voor zijn studie bij een volkse familie op kamers woont, niet veel contact met deze mensen heeft, maar op Kerstavond toch door hen wordt uitgenodigd om bij de familie een potje bier mee te komen drinken (passage VIII):

”Zo kwam hij de trap op en de kamer binnen waar ze allemaal bijeen zaten. En daar stond dus die rare kerel, die boekenwurm met dat muizengezicht. De mannen daar in die kamer keken hem tegemoet met een vriendelijke ironie en knipoogden tegen elkaar terwijl die ene zoon hem alvast een pot bier in schonk. En toen overhandigde hij zijn tuiltjes bloemen. Eerst aan de vrouw des huizes die sinds haar trouwen natuurlijk nooit meer bloemen aangeboden had gekregen, van haar man niet, van niemand, en die daardoor misschien dacht dat bloemen geven eigenlijk alleen maar past als er getrouwd wordt; in ieder geval voelde ze zich nogal opgelaten met haar astertjes. Maar dat kwam er niet op aan, want toen schonk hij zijn anjers aan de dochter. En die glimlachte niet zodat haar gezicht een en al liefelijkheid werd, o neen! Integendeel, ze keek hem diep-ernstig, bijna ontsteld aan, en dat was veel meer dan hij ooit had durven dromen. Het was een duizelingwekkende ervaring die trouwens geen droom je ooit kan geven. Het was de ervaring dat je als man indruk had gemaakt…”

Tot zover dit fragment uit een werk van de naar mijn bescheiding mening beste schrijfster die Nederland ooit heeft voortgebracht.

We zijn alweer toe aan de laatste bijdrage van Caïssa. Haar vraag luidt: hoe wint wit stelling 14?

Stelling 14. Hübner – Nunn, Johannesburg 1981

Tenslotte, bij wijze van uitsmijter, nog een samenwerkingsproject tussen Calliope en Caïssa. Voor de fijnproevers!

Calliope citeert een passage uit de Engelstalige literatuur, en vervolgens stelt Caïssa hierover een vraag. We beginnen met de tekst:

”The Sheep took the money, and put it away in a box: then she said ´I never put things into people’s hands—that would never do—you must get it for yourself.´And so saying, she went off to the other end of the shop, and set the egg upright on a shelf.”

De tweeledige vraag die Caïssa bij wijze van uitsmijter over deze passage stelt luidt:

* welk schaakstuk wordt hier beschreven? | * welke zet voert dit schaakstuk uit?

Geen makkelijke opgave, maar we hebben de hele Kerstvakantie om alle puzzels op te lossen!