Door: David Bruggeman
Update: ook nog de stelling van Marc Smits tegen Jelte de Vries toegevoegd, helemaal onderaan het bericht.
Winnen bij schaken wordt danig overschat. Vergelijk het eens met het beoefenen van generositeit: je hebt een prachtige partij gespeeld, jij en je tegenstander weten “oké, het is duidelijk wie hier het best heeft gespeeld” en dan, de opluchting, de euforie bij die arme tegenstander als er toch een ontsnapping is. Dat je toch dat ene gaatje laat naar een dragelijker resultaat. Als je zoveel vreugde kunt scheppen met generositeit, wat zou je dan nog je eigen eer najagen en al die beste zetten uitbroeden. Zoals de bekende filosoof Knuvers me gisteravond meegaf als wijsheid: “David, het is wel een gezelschapspel hoor”.
Wat dat betreft valt er veel te leren van onze schakers die in de prachtigste stellingen zich niet te groot voelen om de benarde tegenstander een ontsnapping te bieden. Alleen daarom al zou die ‘oeps-prijs’ weer ‘schoonheidsprijs’ moeten heten. Ter leering ende vermaeck, enkele inzendingen voor de schoonheidsprijs die getuigen van onbaatzuchtige gulheid.
Neem de stelling uit de partij van Joop tegen Sjoerd.
Joop staat een loper voor, moet op zoek naar de juiste afwikkeling, en is in al het gepeins vergeten dat zijn loper ook nog een oog moet houden op het promotieveld van die ene troef die zwart nog in de stelling heeft.
Met zijn Ke5 gaf hij de overwinning genereus aan Sjoerd.
De les is echter ook de moeite waard; wat is eigenlijk wel het winnende plan? Lees verder