Door Leon
Sinterklaas nadert, en ook onze teams in de externe competities liggen op stoom. Het eerste team rijgt de overwinningen aaneen en staat daardoor in de zaterdagcompetitie met 6 uit 3 aan kop en in de avondcompetitie staat ons vlaggenschip met 4 uit 2 op de tweede plaats.
Op zaterdag 23 november speelde De Kentering 1 de vierpuntenwedstrijd in De Biechten tegen concurrent HMC 5. Ik ben nog niet zo lang weg bij HMC, maar van de acht spelers van HMC 5 waren voor mij alleen Jos Peters en Theo Suikers bekende gezichten. Voor het overige waren het nieuwe en vaak zeer jonge spelers. Goed om te zien dat ook bij HMC de competitie aantrekt, ongetwijfeld mede door de grote inzet van Rick Smit.
Rick was ook mijn tegenstander aan het eerste bord. Een paar maanden geleden had ik hem al getroffen met het avondteam en daar was het mij gelukt van hem te winnen, maar nu werd het al tamelijk snel remise, een uitslag die ook werd genoteerd aan het bord van Tom.
Alleen Hans moest de vlag strijken (de eerste verliespartij van ons team dit seizoen), en wel tegen de jeugdige maar zeer sterk spelende Zoë Omnes. Geen schande, want Zoë heeft extern een score van 3 uit 3 met een TPR van 2000!
Dankzij overwinningen van Nico, Ton, David, Johan en Wilbert eindigde de wedstrijd in een 6-2 zege voor ons, voorwaar een mooi resultaat tegen een gevaarlijk team met veel potentie.
HMC 5 | De Kentering 1 | ||||
Rick Smit | 1899 | Leon ter Beek | 1906 | ½-½ | |
Erik Brandsma | 0 | Nico van Brakel | 1968 | 0-1 | |
Diego van den Hoeven | 0 | Tom Fürstenberg | 1844 | ½-½ | |
Jos Peters | 1664 | Ton Snoeren | 1865 | 0-1 | |
Zoë Omnes | 1314 | Hans van Eijk | 1778 | 1-0 | |
Theo Suikers | 1604 | David Bruggeman | 1859 | 0-1 | |
Tom van Vegchel | 0 | Johan Knuvers | 1740 | 0-1 | |
Dominique Kroon | 1527 | Wilbert van Eijk | 1730 | 0-1 | |
1602 | 1836 | 2-6 |
Twee dagen later, op maandag 25 november, ontving het avondteam van De Kentering A de gasten van Schijndel A. Aan bord 4 was Ralf vrij snel klaar en dankzij zijn overwinning stonden we met 1-0 voor.
Zelf speelde ik aan bord 1 met zwart tegen de 16-jarige Lars Verhoeven. Met zetverwisseling zijn we in de volgende stelling terechtgekomen, die kan ontstaan uit de Panov-variant van de Caro-Kann.
Wit heeft een geïsoleerde damepion maar probeert een aanval tegen de zwarte koning op poten te zetten. Hij heeft daartoe 17. Pc3-e4 gespeeld (zie diagram 1), wat echter niet goed is.
Ik antwoordde met 17… Pxe4 en na 18. Txe4 ontstond diagram 2.
Ik beschik nu over de goede mogelijkheid 18… Pa5!. Na bijvoorbeeld 19. Te3 Lxg5 20. hxg5 (niet 20. Pxg5? Dc6 met dubbele aanval op c2 en g2) 20… Dd8 20. De2 Lxf3 21. Txf3 Dxd4 wint zwart een pion, en na 19. Te2 Lxf3 20. gxf3 Lxg5 21. hxg5 staat zwart prima (zie analysediagram 3).
Deze mogelijkheid zag ik echter niet, en in plaats daarvan deed ik 18… Lxg5. Er volgde 19. Pxg5 Pe7, waarna diagram 4 is bereikt.
Wanneer wit hier zijn toren terugtrekt komt zwart prima te staan, bijvoorbeeld 20. Te2 Pf5 21. Td1 Tc4. Zwart heeft prachtige druk tegen de witte d-pion. Maar Lars speelde op aanval en deed daarom 20. Tg4 (zie diagram 5).
Deze zet is niet alleen aanvallend, maar dekt tegelijkertijd pion g2, zodat de verborgen dreiging Dd7-c6 nu niet de loper op c2 wint. Maar zwart kan de toren wegjagen, en de eerste zet waar ik naar keek was dan ook 20… h5. Ik dacht dat wit dan 21. Pe4 kon spelen en dat de dreiging van een paardvork op f6 alle problemen voor wit zou oplossen.
Dit is echter een hersenspinsel, want na 20… h5 21. Pe4 kan zwart 21… f5! spelen, waarmee meteen het veld f6 gedekt komt te staan. Ook 20… h5 21. Tg3 Pf5 is natuurlijk bijzonder goed voor zwart.
Behalve met 20… h5 kan zwart ook met 21… h6 een uitstekende stelling krijgen, bijvoorbeeld na 22. Pf3 f5, waarna 22. Tf4 met 22… Pd5 wordt beantwoord en 22. Tg3 faalt op 22… Dc6 met de bekende stukwinst. Ook 22. Pe5 helpt niet wegens 22… Dc7 23. Lb3 fxg4 24. Lxe6† Kg7 25. Lxc8 Lxc8 en zwart staat uitstekend.
Helaas, deze varianten waren mij te machtig en ik besloot de f-pion op te spelen middels 20… f5 (zie diagram 6).
Ik had bedacht dat wit nu 21. Lb3 zou moeten doen, en dat blijkt achteraf ook de beste zet te zijn. Maar Lars wilde geen genoegen nemen met een ongeveer gelijke stelling na het gedwongen 21… Ld5 en speelde daarom 21. Tg3 (zie diagram 7).
Met deze torenzet geeft Lars mij de gelegenheid in het voordeel te komen door 21… h6! 22. Pf3 Le4. Dit was nota bene een van de redenen waarom ik tot f7-f5 had besloten, maar ik zag het niet. Wit kan na 21… h6 overigens in troebel water vissen met 22. Pxe6, maar na 22… Dxe6 23. Lb3 kan zwart pareren met 23… Pd5 en hij staat goed.
In plaats van 21… h6 besloot ik tot 21… f4, wat er ook sterk uitziet. Ik dacht nu te winnen door de dubbele dreiging tegen c2 en g2, maar na 22. Th3 Dc6 (zie diagram 8) vond wit een manier om het onheil af te wenden.
Lars deed hier 23. De4! en bezweert daarmee alle gevaren. Ik zag dat 23… Dxc2 24. Dxb7 geen optie is (de computer vindt zelfs dat 24. Dxe6† nog veel sterker is, bijvoorbeeld 24… Kh8 25. Dxe7 Dc7 26. Dxc7 Txc7 27. Pe6 en wit staat gewonnen) en ruilde dus de dames.
Na 23… Dxe4 24. Lxe4 Lxe4 25. Pxe4 is stelling 9 ontstaan, die ongeveer in evenwicht is.
Ik dacht echter dat ik beter stond en speelde op winst. Na 25… Pf5 26. Td1 Tc4 27. Pc5 Pxd4 28. Pxa6 f3 29. b3 Pxb3 30. Txf3 Txf3 31. gxf3 Txh4 32. Pc7 Pd4 is stelling 10 ontstaan.
Het is me gelukt een pion te winnen. Zwarts stelling ziet er mooi uit, met een vrijpion op de h-lijn, terwijl wits f-pionnen geen sieraad vormen, maar objectief gezien is de stelling volgens de computer remise.
Lars speelde hier echter te vlug en deed 33. Te1, waarna ik met 33… Pxf3† de kwaliteit incasseerde en wit meteen opgaf.
Ondertussen had ook David zijn partij gewonnen, een schilderachtig gevecht waarin lange tijd een witte pion op b7 en een zwarte pion op g2 te bewonderen waren. Bart kwam in een enerverende partij niet verder dan remise, waardoor de eindstand 3½-½ in ons voordeel werd.
De Kentering A | Schijndel A | ||||
Leon ter Beek | 1906 | Lars Verhoeven | 1820 | 1-0 | |
Bart van den Berg | 1801 | Bart te Dorsthorst | 1821 | ½-½ | |
David Bruggeman | 1859 | Bas Kerkhof | 0 | 1-0 | |
Ralf Duong | 1879 | Ton van Weert | 0 | 1-0 | |
1861 | 1821 | 3½-½ |
Een mooie uitgebreide analyse van de partij. Leuk om te lezen Leon.
Mooie overwinning op Lars, die is de laatste weken prima in vorm. Ook goed om te lezen dat het extern dit jaar beter gaat bij jullie. Maar geniet er maar van zolang het kan voordat we met die jonge spelers weer jullie terug op aarde zetten 😉
Fijn, zo’n uitgebreide analyse. Leerzaam hoe je laat zien dat de opmars van de pionnen voor de koning soms de beste verdediging is. In deze partij denk ik onder andere door de twee zwakke zwartveldige pionnen van wit. Wat zou het beter aanvalsplan voor wit geweest zijn in de beginstelling vóór Pe4? Eerst Tad1 en na De3 azen op Pe4 + Pc5? De3 is toch niet zo handig: te makkelijk aan te vallen. De2 wellicht. Ontwikkelen is sowieso raadzaam. Ik zie ook geen helder plan voor zwart. Iets met b4 wellicht. Interessante stelling.
Mooi stuk Leon, leuk om te lezen. Leerzame analyse!