Door Leon
Afgelopen maandag speelde ik in de interne competitie een partij tegen Johan. Na een paar merkwaardige paardmanoeuvres van zwart (Pb8-d7-b8 en Pg8-f6-d7) is de volgende stelling ontstaan, waarin ik met wit aan zet ben.
Leon – Johan. Stelling na 15… Pfd7
Wit heeft een ontwikkelingsvoorsprong en zijn stukken staan actief. Ik dacht na over een mogelijkheid om gebruik te maken van de sterke positie van het paard op e5. Mijn eerste gedachte was een paardoffer op d5. Hoe zou dit uitpakken? Zwart moet natuurlijk slaan en na 16. Pxd5 exd5 17. Dxd5 ontstaat de volgende stelling (zie analysediagram 1).
Leon- Johan. Analysediagram 1 na 17. Dxd5
De zwarte toren op a8 staat aangevallen, maar zwart kan twee vliegen in één klap slaan middels 17… Pb6!, waarmee hij tegelijkertijd zijn toren dekt en mijn dame aanvalt. Hiermee komt wit niet verder, besloot ik.
Na enig nadenken zag ik daarom van slaan op d5 af en speelde ik 16. e4, wat overigens ook een goede zet is. Uiteindelijk verzuimde ik munt te slaan uit mijn goede stelling en de partij verzandde, na goed tegenspel van Johan, in remise.
Bij de analyse thuis bleek echter dat wit hier wel degelijk zijn paard kan offeren. Sterker nog, hij kan beide paarden offeren! Nóg sterker, hij kan beide paarden achter elkaar offeren! En nog mooier, hij kan ook nog kiezen welk paard hij het eerst offert!
Behalve een paardoffer op d5 hangt er namelijk ook nog een paardoffer op g6 in de lucht. Ik had die mogelijkheid wel bekeken, maar niet op waarde geschat.
Uit de analyse blijkt dat wit zowel 16. Pxd5 als 16. Pg6 kan spelen.
Variant A: 16. Pg6!
Deze laatste mogelijkheid is het duidelijkst: 16. Pg6! fxg6 (gedwongen, anders verliest zwart zonder meer de kwaliteit) en nu het tweede paardoffer: 17. Pxd5!
Leon – Johan. Analysediagram 2 na 17. Pxd5!
Wanneer zwart besluit dit tweede paardoffer niet aan te nemen en bijvoorbeeld 17… Df7 speelt, volgt 18. Lxd6 exd5 (18… Dxf2† 19. Kh2 is slechter voor zwart) 19. Lxf8 en nu is weer een interessante stelling ontstaan:
Leon – Johan. Analysediagram 3 na 19. Lxf8
Zwart staat hopeloos: op 19… Kxf8 volgt 20. Txc8†, op 19… Dxf8 volgt 20. Dxd5† met torenwinst op a8 en na 19… Pb6 20. Ld6 staat wit ook gewonnen.
Zwart moet vanuit analysediagram 2 na 17. Pxd5! dit tweede offer dus wel aannemen. Dan gaat het als volgt verder: 17… exd5 18. Dxd5† Df7 en we zijn bij de volgende stelling aangekomen:
Leon – Johan. Analysediagram 4 na 18… Df7
Hier moet wit niet de fout maken de toren op a8 te slaan, want na 19. Dxa8? Lxf4 heeft zwart meer dan voldoende tegenspel. In plaats daarvan speelt wit 19. Dxf7†! en zwart staat voor de onaangename keuze tussen 19… Kxf7 20. Lxd6 of 19… Txf7 20. Txc8†, in beide gevallen met goede kansen voor wit. Zwart staat namelijk wel een paard voor, maar zijn stukken staan zo op een kluitje dat hij ze niet kan ontwarren, en bovendien heeft wit twee verbonden vrijpionnen in het centrum. Een voorbeeldvariant van de computer is 19… Kxf7 20. Lxd6 Td8 21. Le4 Ta7 22. Ld5† Ke8 23. e4 en volgens de computer staat wit bijzonder goed (zie volgend diagram).
Leon – Johan. Analysediagram 5 na 23. e4
Niet een variant die je achter het bord uitrekent wanneer je nadenkt over de vraag of het een goed idee is om je paard te offeren!
Tot zover de vertakkingen die het gevolg zijn van variant A na 16. Pg6.
Variant B: 16. Pxd5!
We gaan terug naar de beginstelling.
Leon – Johan. Stelling na 15… Pfd7
Wanneer wit 16. Pxd5 speelt, volgt 16… exd5. Deze stelling is een apart analysediagram waard. Zoals ik aan het begin van dit artikel vermeldde, zag ik van slaan op d5 af omdat ik dacht dat zwart na 17. Dxd5 Pb6 geen problemen had. Bij nadere analyse blijkt echter dat wit beter heeft dan 17. Dxd5, namelijk 17. Pg6!
Ook hier offert wit zijn tweede paard. Het vervolg is gedwongen: 17… fxg6 18. Dxd5† Df7 en nu is de stelling ontstaan uit analysediagram 4:
Leon – Johan. Analysediagram 4 na 18… Df7
Zoals we hebben gezien moet wit hier voortzetten met 19. Dxf7† en dan verder zoals boven geanalyseerd.
Conclusie: zowel 16. Pxd5! als 16. Pg6! bieden wit goede kansen. Beide varianten komen neer op zetverwisseling: in beide gevallen offert wit zijn beide paarden en bij het beste tegenspel van zwart ontstaat er een stelling waarin wit een stuk minder heeft, maar volgens de computer duidelijk beter staat (zie analysediagram 5).
Leon – Johan. Analysediagram 5 na 23. e4
In een praktische partij is deze stelling overigens nog niet zo gemakkelijk gewonnen, denk ik. Daarom was mijn keuze 16. e4 in de beginstelling misschien nog niet zo gek. Wel jammer dat het dubbele paardoffer niet op het bord kwam…