Een explosieve partij

Door Leon

Het gaat goed met de club. Niet alleen staan de externe teams er in de verschillende competities goed voor, ook intern zijn er in de loop van het seizoen verschillende spelers bijgekomen. Een zeer welkome ontwikkeling, want hoe meer spelers hoe meer vreugd!

Tegen een van deze nieuwe leden speelde ik afgelopen maandag in de interne voor het eerst een partij. Het werd een kort maar hevig spektakelstuk.

Na een Halfslavische opening (om de terminologie uit de oude openingsboekjes van Euwe maar eens te gebruiken) stond na 17 zetten de volgende stelling op het bord (diagram 1).

Diagram 1. Leon – Bent Schleipfenbauer, stelling na 17. axb4.

Zwart heeft zich terughoudend opgesteld en ligt met de beide gefianchetteerde lopers op de loer. De computer geeft aan dat de stelling in evenwicht is. Zwart speelt nu de thematische opstoot 17…. c5 (zie diagram 2).

Diagram 2. Leon – Bent na 17… c5

Het is opeens een ingewikkelde stelling geworden. Wit kan met de b-pion en met de d-pion op c5 slaan en hij kan de d-pion doorschuiven. Wanneer wit kiest voor 19. bxc5 of 19. dxc5, kan zwart met 19… Lxf3 wits koningsvleugel verzwakken. Maar hoe erg is dit? Het betekent wel dat zwart afstand doet van zijn loperpaar. Het is moeilijk in te schatten wat in deze stelling belangrijker is.

Maar een verzwakking van de koningsvleugel in combinatie met mogelijkheden voor zwart als Dg5 en Pe5 met aanval op de dubbele f-pion bevallen me toch niet. Volgens de computer is zowel 19. bxc5 Lxf3 20. gxf3 bxc5 21. d5 Dg5† 22. Kf1 als 19. dxc5 bxc5 20. Lb5 Pf6 21. bxc5 Dxc5 mogelijk, in beide gevallen met gelijk spel. Maar ik kies voor de laatste mogelijkheid en ik speel 19. d5 (zie diagram 3).

Diagram 3. Leon – Bent na 19. d5

Hiermee sluit ik de diagonaal van Lb7 af, maar open ik die van Lg7. Maar het belangrijkste is dat het de actiefste zet is, waarmee wit bovenal een pion op e6 dreigt te winnen. Bovendien zijn er nu mogelijkheden als d6 en Pe4 in de stelling gekomen. Zwart kan het paard op c3 uitschakelen door 19… Lxc3 te spelen, maar ik ging ervan uit dat zwart niet zo makkelijk van zijn mooie koningsfianchettoloper afstand zou doen.

Toch is 19… Lxc3 precies de keuze van de computer! Na 20. Dxc3 exd5 21. Lxd5 leiden zowel 21… cxb4 als 21… Lxd5 tot gelijke stellingen.

Bent deed het anders en sloeg de pion op b4: 19… cxb4 (zie diagram 4), wat ook goed is.

Diagram 4. Leon – Bent na 19… cxb4

We zijn aanbeland bij het sleutelmoment uit de partij. Het is duidelijk dat wit niet zomaar de pion op b4 kan terugnemen, want dan verliest hij het paard op c3 (20. Dxb4? Dxb4 21. Txb4 Lxc3). Maar wat moet wit dan wél doen? Met zijn laatste zet heeft zwart niet alleen een pion geslagen, maar ook mijn paard op c3 aangevallen. Ik zou dit paard aan de aanval kunnen onttrekken en 21. Pe4 kunnen spelen; verder is de zet 21. d6 een mogelijkheid, en tenslotte is 21. dxe6 een mogelijkheid.

Bij het bestuderen van de stelling leek mij er na 21. d6 Df6 voor wit weinig in te zitten. De computer bevestigt dat en geeft zwart na 21. d6 Df6 22. Pe2 Le4 al een voordeel van -3.

Dan de zet waar de stelling misschien wel om schreeuwt, en die in ieder geval consequent is: 21. dxe6. Ik rekende achter het bord de volgende variant uit: 21. dxe6 Lxf3 22. Txd7 Dg5 23. g3 bxc3 24. exf7† Kh7 (zie analysediagram 1).

Analysediagram 1. Leon – Bent na 24… Kh7

Mij leek dat ik in deze stelling niet genoeg compensatie had; mijn pion op f7 komt niet verder, zwart heeft twee vrijpionnen op de damevleugel en een stuk meer. Na afloop analyseerden Bent en ik ook deze variant, en we kwamen tot de conclusie dat er inderdaad niets in zit voor wit. De computer geeft zwart hier groot voordeel (-4).

Maar Bent had in de analyse na afloop van de partij toch het gevoel dat wit 20. dxe6 had moeten spelen. En bij de thuisanalyse (met behulp van de computer) blijkt dat Bents stellingsgevoel hem hier niet bedriegt! De variant na 20. dxe6 is namelijk (wat Bent en ik tijdens de analyse trouwens ook al verwachtten) op verschillende punten te verbeteren.

Het beste is na 20. dxe6 Lxf3 niet 21. Txd7 maar 21. gxf3! (zie analysediagram 2).

Analysediagram 2. Leon – Bent na 21. gxf3

Na 21… Dg5† heeft wit twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is 22. Kf1. Dan volgt 22… bxc3 23. Txd7 fxe6 24. Lxe6† Kh8 [niet 24… Kh7? 25. Dxc3 en wit wint!] 25. Ld5 met gelijk spel (zie analysediagram 3).

Analysediagram 3. Leon – Bent na 25. Ld5

De tweede mogelijkheid is 22. Kh1. Hierop komt 22… Df5 23. Txd7 Dxf3† 24. Kg1 waarna er voor zwart zowel na 24… Dg4† als na 24. bxc3 niet meer in zit dan remise. Van belang is in deze variant, dat wit na bijvoorbeeld 24… Dg4† 25. Kf1 Dh3† nooit met zijn koning naar het midden kan vluchten, omdat zwart, zodra wit Ke1 of Kd2 speelt, met schaak het paard op c3 slaat en wint (zie analysediagram 4).

Analysediagram 4. Leon – Bent na 25… Dh3†

Wit moet dus zijn koning op de velden e2, f1, g1 en h1 houden en zwart kan zo altijd schaak geven met zijn dame. Meer zit er niet in; op 26. Ke2 bxc3 volgt 27. Txf7 (zie analysediagram 5).

Analysediagram 5. Leon – Bent na 27. Txf7

Nu levert zowel 27… Dg4† als 27… Txf7 28. exf7† Kh7 een gelijke stelling op.

Conclusie: met 20. dxe6! had wit gelijk spel behouden. In plaats daarvan speelde ik echter het foutieve 20. Pe4? (zie diagram 5).

Diagram 5. Leon – Bent na 20. Pe4

Hoewel de stelling ingewikkeld blijft, is dit vrijwel meteen verliezend. Het idee achter deze zet is natuurlijk d6 te spelen, waarna de zwarte dame terug moet en ik op b4 kan slaan. Maar Bent speelde uiteraard 20… exd5 en na 21. Lxd5 Lxd5 (ook 21… Pc5 was mogelijk) 22. Dxd5 Pc5 staat zwart weliswaar materieel slechts één pion voor, maar dat is wel een heel sterke vrijpion, die wordt ondersteund door de prachtige loper op g7 (zie diagram 6).

Diagram 6. Leon – Bent na 22… Pc5

Na 23. Pxc5 bxc5 zou wit kunnen proberen een soort blokkade op de witte velden te organiseren, maar ik had er geen enkel vertrouwen in dat dit voldoende zou zijn. Zwart heeft dan twee verbonden vrijpionnen en op den duur is dat voor wit onhoudbaar. Dit wordt door de computer bevestigd, die iets als -4 voor zwart geeft.

Daarom besloot ik alles of niets te spelen en ik deed 23. Txb4. Dit laat 23… Tfd8 toe, maar ik hoopte nog op een schwindel na 24. Pd6 (zie diagram 7).

Diagram 7. Leon – Bent na 24. Pd6

Ik had de vage hoop dat zwart op de een of andere manier een truukje als 25. Pf5 Txd5 26. Pxe7† zou toelaten. Maar Bent haalde me krachtig uit de droom met 24… Dxd6! De bedrieger bedrogen: terugslaan is niet mogelijk wegens mat op a1! Tijd om op te geven dus.

Al met al een mooie partij: een rustige maar geladen opening, waarna plotseling de lont in het kruitvat wordt gestoken. Vijf zetten later is alles voorbij…

De Kentering A neemt koppositie over

Door Leon

Op maandagavond 17 maart speelde De Kentering A de uitwedstrijd tegen de koploper in klasse 2C, RDS A uit Sint-Oedenrode.

RDS stond eerste met één matchpunt voorsprong op ons, dus het was voor beide teams erop of eronder.

Na korte tijd spelen bleek zich aan het vierde bord een schaakramp te hebben voltrokken: in goede stelling wilde David een damezet doen, maar dat bleek een onreglementaire zet te zijn. Op de vorige zet had zijn tegenstander hem namelijk schaak gezet, maar dat was David ontgaan. Ongelukkig genoeg was er in de stelling een damezet mogelijk die het schaak ophief, en David was dus gedwongen die te spelen. Daarmee verloor hij wel zonder compensatie zijn dame, hetgeen natuurlijk einde partij betekende. Een slecht begin voor het team!

Aan het eerste bord had ik inmiddels een moeilijke maar ongeveer gelijkstaande stelling bereikt, terwijl Nico aan het tweede bord goed leek te staan. Aan bord drie was Johan in een gevecht gewikkeld dat nog alle kanten op kon, maar hij leek me iets minder te staan.

Na een uur of twee spelen had ik de volgende stelling bereikt:

Leon – John ten Ham na 20… Dd7.

Wit heeft een dubbelpion, maar als compensatie staan de witte stukken veel actiever dan de zwarte. Ik speelde hier 21. Td5, maar met 21. Dd5 had ik het zwart nog lastig kunnen maken. De stelling blijft bij nauwkeurig spel remise, maar zwart kan het gemakkelijk fout doen als hij niet oppast. Zo kan zwart beter niet met 21… Dxd5 de dames ruilen, want na 22. exd5 is de druk tegen pion b7 voor zwart onaangenaam, bijvoorbeeld 22… b6 23. d6.

Het beste voor zwart is misschien nog 22… Le7 23. Txb7 Lc5. In veel gevallen komt het erop neer dat wit een van de zwarte damevleugelpionnen kan veroveren, maar met nauwkeurig spel kan zwart dankzij de ongelijke lopers remise houden.

Na 21. Td5 De7  22. Lh3 Tfd8  23. Tad1 Txd5  24. Txd5 Td8 is de volgende stelling ontstaan:

Leon – John ten Ham na 24… Txd8

Ik speelde hier 25. Txd8, maar een mogelijkheid die John tijdens de partij vreesde was 25. Tc5. Er dreigt 26. Tc7 en dat ziet er lastig uit voor zwart. Zwart kan zich echter staande houden met 25… a6 26. Tc7 b5! (een mogelijkheid die Nico tijdens de partij al had gezien), waarna wit toch niet goed verder komt.

In de partij speelde ik dus 25. Txd8 en na 25… Dxd8 26. Dc8 werd het snel remise.

De stand was daarmee 1½-½ geworden in het voordeel van RDS. Inmiddels had Nico een stuk gewonnen, maar zijn tegenstander leek compensatie te hebben in de vorm van dreigende activiteit. Nico verdedigde koelbloedig en kon na een uur of drie zijn voordeel verzilveren. Knap gespeeld. Hiermee was de stand gelijk: 1½-1½.

Johan had ondertussen, hoewel hij ietsje minder stond, een remiseaanbod afgeslagen. Dat getuigde van een vechtersmentaliteit. Aan een gelijkspel had ons team niets, dus Johan speelde door en hij slaagde erin langzamerhand af te wikkelen naar een eindspel met dames en pionnen. Hij bouwde langzaam de druk verder op en uiteindelijk maakte zijn tegenstander, al in flinke tijdnood, een fout die Johan een winnende stelling opleverde, waarin zijn tegenstander door de vlag ging. Een prachtige prestatie van Johan, die ons team de overwinning in de wedstrijd en de koppositie in de klasse opleverde!

We staan nu, met nog één ronde te gaan, een punt voor op RDS A. Winst in de laatste ronde is nu genoeg voor promotie!

RDS A

 

 

De Kentering A

 

 

John ten Ham

1972

 

Leon ter Beek

1896

½-½

Martijn Bax

1880

 

Nico van Brakel

1942

0-1

Martin van Driel

1764

 

Johan Knuvers

1762

0-1

Bert de Laat

1740

 

David Bruggeman

1898

1-0

 

1839

 

 

1875

1½-2½

Strijdend ten onder

Door Hans Kranenbarg

Met één punt achterstand hadden we tegen koploper OSV 2, gemiddelde rating 90 punten hoger, de kans om de kop over te nemen en misschien wel evenals team 1 een kampioenschap te gaan behalen. Dat zou een prestatie van formaat zijn. Helaas, het liep anders: de wedstrijd eindigde in een deceptie: 5,5 -2,5. En het begon zo veelbelovend, met een mooie zege voor Ralf.

Als ik in onderstaand verslagje de plank mis sla, wat heel goed mogelijk is, hoop ik dat mijn teamgenoten mij dat vergeven.

Olaf raakte algauw verwikkeld in een zwaar positioneel gevecht, waarin hij lange tijd in de verdrukking stond. Uiteindelijk resteerde een volkomen gelijk eindspel: remise.
Ralf, altijd goed voor een verrassing, dreigde op c6 een paard te verliezen, wist dat op wonderbaarlijke wijze te voorkomen en zette met een sereen gezicht een vernietigende aanval in op de witte koning. Dat leverde hem eerst de kwaliteit en vervolgens een volle toren op.

Ik kreeg in een Caro Kann een overwegende stelling, met verdubbelde torens op de e-lijn, die eigenlijk tot winst had moeten leiden. Ik wikkelde af, zoals vaker veel te snel en niet goed doordacht, naar een eindspel waarin de tegenstander helaas eeuwig schaak had.
Dick streed zoals gewoonlijk door tot het bittere einde tegen een tegenstander met de hoogste rating. In een eindspel met toren tegen loper ruilde zijn tegenstander op het juiste moment de toren tegen de loper en kon een pion laten promoveren.

Paul kwam na zware strijd remise overeen tegen de tegenstander met de een na hoogste rating. Lange tijd stond Paul zelfs een tikkeltje beter.
Eduard, die Peter verving, kreeg in een gelijk opgaande partij uiteindelijk te maken met een dood en verderf zaaiend paard.

Roel zag in gelijke stelling een tussenschaakje over het hoofd, waardoor een kostbaar paard op d4 sneuvelde. Het vervolg was niet meer al te moeilijk voor de tegenstander.
Pieter verloor in het middenspel een kostbare pion, waardoor zijn tegenstander in het eindspel een vorstelijke vrijpion overhield.

Promotiewedstrijd

Door David

Oss, 8 maart 2024. We waren de favoriet voor de eerste plaats vanaf de eerste ronde, maar als het dan, zoals afgelopen zaterdag, om een beslissende wedstrijd gaat voor de promotie, spelen zenuwen toch een rol. Wellicht dat daardoor de wedstrijd in de voorlaatste ronde van het seizoen tegen OSV 3 nog spannender werd dan nodig.

Het begon goed met een snelle overwinning van Wilbert met wit tegen Frans Megens met een vlotte aanval tegen de koningsstelling in een Nimzo-Indische opening. Pion h7 vloog er al vroeg af. Dat maakt niet zoveel uit meende de tegenstander achteraf, maar Wilbert had niet veel tijd en zetten nodig om aan te tonen dat dat de partij technisch al verloren voor zwart maakte.

Al snel volgde een half punt van mijzelf. Zlatko Blazevic bood remise aan. Het had geen zin naar de stand in de wedstrijd te kijken: het was volkomen remise met twee ongelijke lopers en een gelijk aantal pionnen. Ik mocht er eigenlijk mee van geluk spreken. Een onnauwkeurigheid in de opening had me op een pion achterstand en geen enkele compensatie gebracht. Door te haastig spel van mijn tegenstander kon ik stap voor stap weer gelijk komen en de pion terug winnen. Op zich iets om tevreden mee te zijn, maar toch balen dat ik de zetvolgorde in de opening niet goed onthouden had.

De eerste 0 kwam van Ton die een goed voorbereide Moqtader Ghazizoi trof die het de Najdorf-variant in het Siciliaans goed kende en een groot aantal zetten de theorie kon volgen. Ton stond al gauw slechter, met twee paarden tegen twee actieve lopers van zwart. Een tactisch remiseaanbod werd terecht maar helaas niet aanvaard door zijn tegenstander en een paar zetten later moest Ton zich gewonnen geven.

Leon zat intussen tegen Marc Thielsch ook in een Siciliaan, maar dan met de zwarte stukken en had het aanzienlijk gemakkelijker. Wit speelde het passief met b3, een pion die, na a4 een grote zwakte werd waar Leon in alle rust tegenaan kon gaan duwen en intussen zijn stukken steeds dieper de witte stelling in dirigeren. toch duurde deze partij met het gemanoeuvreer het langst. De voorsprong werd gestaag steeds groter en met een pion en loper voor had hij in de eindfase de weg naar de winst voor het uitzoeken. In plaats voor het veroveren van nog meer materiaal, koos hij de meest elegante: een niet te verleggen mataanval. Dat was het laatste punt dat de eindstand op 5-3 bracht en de promotie een feit maakte.

Daarvoor was het echter nog spannend gemaakt door Tom en Cas. Tom gaf in een naar eigen zeggen betere stelling tegen Jody Ummels een stuk weg. Nagekomen commentaar Jody: “Ik ben het er niet eens dat ik won vanuit een voor mij mindere stelling. Tom had de pech dat ik exact dezelfde lijn in de opening op het bord had gekregen op de laatste clubavond. En omdat toen verloor en baalde, had ik ‘em vrij uitgebreid geanalyseerd. En ik had het nog paraat gelukkig.”
Cas verloor ook een stuk, al was dat geen ongelukje maar een bewust maar niet goed uitgevoerd paardoffer, dat niet de mat, maar een stuk voorsprong voor de tegenstander bracht. Tom verloor de partij, maar Cas had voldoende actieve stukken over om zijn tegenstander Mattia Trucco onder druk te zetten.

Die moest in de fase zijn koning een keer of tien verplaatsen om aan de schaakjes of dreigingen te ontsnappen. Even leek de partij in remise door zetherhaling te eindigen, maar na één maal herhalen koos zijn tegenstander voor de andere optie: dames ruilen en een toren voor een loper geven. Met de toren en een pion van Cas tegen een paard en een loper was remise in zicht. Beide spelers maakten echter vervolgens een fout: Cas door niet te zien dat zijn opgesloten toren onaantastbaar was, en zijn tegenstander door na een onjuist berekende zet van Cas om de toren te bevrijden, Cas’ berekening te geloven en de aangeboden remise te accepteren.

Hans had intussen zijn partij met rustig spel gewonnen. Tegenstander Jos van Doorn liet steeds meer zwaktes in zijn stelling ontstaan, en dan kun je het klaren van de klus rustig aan de routinier Hans overlaten.

Ook Johan won zijn partij tegen jeugdspeler Sen Janssen, maar niet nadat hij een winnende stelling met een pion meer nog verrommeld had tot een remiseachtige situatie. De druk bleef vanwege de pion achterstand bij zijn tegenstander en toen die de kracht van een binnenvallende toren onderschatte viel zijn stelling als nog in duigen.


Daarmee kwam de eindstand op 3-5 en was promotie een feit. Tijd om gauw naar D’n Beer terug te keren om te proosten en de promotie te vieren met wat opschepperij over ons briljante seizoen en snacks! 
Nog één ronde ‘om des keizers baard’ op 5 april en dan op naar een nieuw seizoen in de 5e klasse, waar we wedstrijden tegen veel gelijkwaardigere tegenstanders gaan spelen. Ik heb er nu al zin in!

Dolle paarden en marathonlopers

Door Hans Kranenbarg

Team 2 van De Kentering trad zaterdag aan tegen de koploper in klasse 6N. We gingen ervan uit dat het een moeilijke opgave zou worden: gemiddelde rating van de tegenstander was zo’n 70 punten hoger. Toch traden we de tegenstander onverschrokken tegemoet. Algauw stonden we op de meeste borden ietsje beter of minstens gelijk. Alleen Pieter had inmiddels een stuk tegen een pion verloren en stond slecht maar stribbelde nog heel lang tegen.
Ralf aan bord 1 had een prachtstelling tegen een zeer sterke tegenstander, maar zag tot zijn verbijstering een schaakje met een van de paarden over het hoofd en dat kostte de dame en de partij. Ik stond op bord 4 met zwart, na ruil van twee witte stukken tegen een toren en twee pionnen, ietsje minder. Maar mijn tegenstander zag bij de afruil van stukken op e5 een tussenschaakje van mijn dame op d4 over het hoofd en dat kostte hem een volle toren en de partij. Op bord 5 overzag Peter in goede stelling evenals Ralf een schaakje met een paard en dat kostte wederom de dame en de partij. Ondertussen hadden Paul en Roel hun stellingen met voordeel uitgebouwd. Paul had een eindspel met dame en toren en een gevaarlijke vrijpion tegen dame en paard. Roel had een eindspel met twee torens en loper tegen twee torens en een paard, maar Roels loper was superieur aan het paard. Beiden wisten bekwaam af te wikkelen naar winst.

Tussenstand 3-3. Olaf op bord 2 en Dick op bord 3 moesten het voor ons gaan doen. Dat deden ze en hoe… Ze speelden beiden een marathonpartij maar bleven vastberaden en geconcentreerd hun tegenstander onder druk zetten. Olaf had een prachtstelling opgebouwd met een zeer sterke aanval op de witte koning. Zijn tegenstander gebruikte zeeën van tijd: hij had na 25 zetten nog ongeveer 2 minuten tot zet 40. Maar ja met dat increment van 30 seconden kom je een heel eind. Hij wist al hoofdschuddend en zich de haren uit het hoofd trekkend de tijdcontrole te halen. Maar Olaf liet niet meer los, had materieel groot voordeel en een vorstelijke vrijpion. Zijn tegenstander gaf gedesillusioneerd op. Dick bouwde zijn licht voordeel uit tot pionwinst en dat was ook nog eens een vrijpion. Restte een eindspel van gelijke lopers met 4 pionnen voor Dick tegen 3 pionnen voor zwart, die vastgezet waren op de koningsvleugel. Dick wist op het juiste moment zijn vrijpion te ruilen voor een pion op de koningsvleugel. Vanaf dat moment marcheerden de verbonden pionnen van Dick op de g- en de h-lijn naar een van de promotievelden. Bekwaam ontweek Dick pat en zijn tegenstander legde uiteindelijk het moede hoofd in de schoot. Een magistrale overwinning voor ons team. De volgende ronde gaat het uit tegen OSV om de eerste plaats. Als we dit huzarenstukje kunnen herhalen…